Het Leuven.cool-weerstationnetwerk heeft een bijzondere kaap bereikt: sinds de opstart in juli 2019 werden maar liefst 1 miljard weergegevens verzameld. De samenwerking tussen KU Leuven, Stad Leuven en het KMI levert gedetailleerde inzichten op in het microklimaat van Leuven en haar deelgemeenten – inzichten die steeds belangrijker worden in tijden van klimaatverandering.
Met een honderdtal weerstations, verspreid over publieke locaties en private tuinen, is Leuven.cool het meest fijnmazige stedelijke meetnetwerk in België. De stations meten temperatuur, neerslag, luchtvochtigheid, zonnestraling en windrichting en -snelheid. Na bijna vijf jaar aan data, zijn de hitte-effecten in de stad heel duidelijk: tijdens warme nachten blijven temperaturen in sterk verharde stadsdelen tot 4°C hoger dan in groene zones in het centrum. Tussen het stadcentrum en de koelere randgemeenten kan dit zelfs oplopen tot een verschil van 7°C.
“Een mooi voorbeeld zie je bij de vergelijking tussen het Ladeuzeplein, de Kruidtuin en Heverlee. Overdag zijn de temperaturen min of meer gelijk maar in Heverlee koelt het tijdens de hitteperiodes ‘s nachts veel sneller af tot onder 15°C, terwijl het in de kruidtuin zo’n 17°C blijft en aan het Ladeuzeplein zelfs bijna 21°C”, legt postdoctoraal onderzoekster Eva Beele van KU Leuven uit.
Ook voor het KMI is dit project van grote waarde, omdat het een belangrijke aanvulling vormt op de reguliere metingen van de officiële KMI-stations, die in plattelandsomgevingen zijn geplaatst. “Dankzij hyperlocale metingen en citizen science krijgen we een ongezien gedetailleerd beeld van hoe hitte-eilanden en weersextremen zich in de stad ontwikkelen, vooral nu weersmodellen steeds fijnmaziger worden”, aldus Maarten Reyniers van het KMI.
Juiste groen op juiste plaats

“Dankzij Leuven.cool kunnen we op wijkniveau begrijpen hoe hitte zich manifesteert in de stad. Die informatie gebruiken we om gericht advies te formuleren over vergroening”, aldus Beele. “Onze analyses tonen aan dat het niet volstaat om zomaar meer groen te voorzien. De juiste types groen op de juiste plaatsen – zoals een stedelijke savanne in het stadscentrum of een compact stedelijk bos aan de stadsrand – maken een wereld van verschil voor de nacht- en dagtemperatuur en dus voor de levenskwaliteit van de Leuvenaars.”
De inzichten uit het netwerk dragen bij aan de ontwikkeling van hittebestendige wijken, waarbij vergroening niet alleen een esthetische of ecologische meerwaarde biedt, maar ook een directe invloed heeft op slaapcomfort en volksgezondheid.
Wetenschap en beleid hand in hand
Ook schepen van klimaat en digitalisering Thomas Van Oppens benadrukt het belang van het project: “Leuven.cool laat zien hoe wetenschap en beleid samen het verschil kunnen maken. Deze data helpen ons om doordacht te investeren in groene straten en pleinen, precies daar waar het het meeste effect heeft. Zo bouwen we samen aan een gezonde, leefbare en klimaatrobuuste stad. Dat is meer dan ooit nodig, want door de klimaatverandering zullen we steeds meer te maken krijgen met enerzijds intense hitte en hardnekkige droogte en anderzijds met stevige regenval.”
Het succes van het Leuven.cool-netwerk onderstreept het belang van lokale klimaatdata voor beleid en stadsontwikkeling. Hoewel het project in juni 2025 stopt, krijgen de deelnemers van het project de kans om hun weerstation te behouden en hun lokale omgeving verder te blijven monitoren. Met het oog op de toekomst blijft Leuven inzetten op wetenschappelijke onderbouwde vergroening en klimaataanpassing, waarbij bewoners, onderzoekers en beleidsmakers hand in hand werken aan een koelere stad. Daarom startte klimaattuiniers intussen een nieuw project, specifiek gericht op tuinen en hoe mensen hun tuin op een klimaatvriendelijke manier kunnen beheren.
Meer informatie
De metingen van Leuven.cool zijn live online te volgen: Leuven.cool en wow.meteo.be.
Meer over de verschillende projecten voor klimaatbewust groen- en tuinbeheer: HOME — Klimaattuiniers
Brochure met resultaten van de studie: Brochure
Contact
Eva Beele, Departement Aard- en Omgevingswetenschappen, eva.beele@kuleuven.be