Op 11 mei 2022 verdedigde Sara Top succesvol haar doctoraatsproefschrift aan de Universiteit Gent. Haar doctoraat getiteld: “Modelleren van klimaat en thermisch comfort projecties over Eurazië” voerde ze uit in nauwe samenwerking met het KMI.
Kunnen regionale klimaatmodellen het klimaat voor Centraal-Azië simuleren?
Zoals de titel aangeeft bestaat het doctoraat uit twee delen. In het eerste deel van haar doctoraat ging Sara na of regionale klimaatmodellen, waaronder het ALARO-model, in staat zijn om het klimaat van Centraal-Azië realistisch te simuleren. De modelberekeningen gebeurden volgens het internationaal kader van CORDEX (of 'Coordinated Regional Downscaling Experiment'), dat zorgt voor consistentie in de klimaatsimulaties met hoge ruimtelijke resoluties (zie ook onze vorige in de kijker 'KMI en UGent maken klimaatprojecties voor Centraal-Azië').
Na een grondige vergelijking tussen de waarnemingen uit het verleden en de data van de klimaatmodellen, bestudeerde Sara hoe het klimaat van Centraal-Azië zal veranderen volgens twee toekomstscenario’s. Het eerste scenario gaat uit van een sterke reductie van de broeikasgassen en in het tweede scenario blijven de broeikasgassen nog sterk toenemen tot het einde van de eeuw. Uit deze klimaatsimulaties resulteerden regionale verschillen in opwarming en neerslag onder een globale opwarming van 1.5 °C, 2 °C en 3 °C. Zo zal er bijvoorbeeld een snellere opwarming plaatsvinden in het noorden van Siberië en zullen neerslaghoeveelheden het snelst toenemen over Oost-Siberië, terwijl er over het Arabische schiereiland geen significante trend in neerslag werd gevonden. Hoe sterker de globale opwarming of hoe hoger de concentratie aan broeikasgassen, hoe groter de verandering in temperatuur en neerslag over het Euraziatische continent. Deze resultaten en de geproduceerde klimaatgegevens kunnen verder aangewend worden voor impactstudies zoals toekomstige trends in droogte, overstromingen, hitte …
Wat is het thermisch comfort in Eurazië?
In het tweede deel van haar doctoraat bestudeerde Sara het thermisch comfort in openlucht voor een 60-tal locaties verspreid over Eurazië. Thermisch comfort is het gevoel dat weergeeft in welke mate je jouw omgeving als aangenaam, warm of koud aanvoelt. De uitersten hiervan zijn extreme hitte- en koudestress en deze extremen zijn gevaarlijk voor het welzijn van een persoon want het kan leiden tot de dood. Naast temperatuur spelen ook luchtvochtigheid, windsnelheid en zonnestraling een belangrijke rol bij het bepalen van het thermisch comfort maar ook kledij en persoonlijke kenmerken zoals de mate van activiteit, gewicht en leeftijd hebben een invloed op het thermisch comfort van mensen.
Uit haar onderzoek resulteert dat er in het Midden-Oosten reeds op vandaag frequent extreme hittestress aanwezig is en dat Siberië voornamelijk te maken heeft met extreme koudestress. Deze locaties zijn aan dergelijke extremen aangepast om leven mogelijk te maken, denk bijvoorbeeld aan het verwarmen of koelen van gebouwen. De klimaatsimulaties toonden aan dat we voor alle locaties een verschuiving mogen verwachten naar frequentere aanwezigheid van warmer thermisch comfort. Dit betekent dat de extreme hittestress nog vaker zal voorkomen in het Midden-Oosten en het in het Siberië aangenamer wordt op vlak van het thermisch comfort. Dit aangenamer thermisch comfort neemt echter andere klimaatproblemen zoals bosbranden niet weg in deze regio.
In haar doctoraatsproefschrift merkt Sara op dat klimaatdata aan hogere resolutie nodig is om te begrijpen welke impact klimaatverandering zal hebben op steden en hoe het klimaat in een stad zal veranderen. Enkel op deze manier kunnen adaptatieplannen worden opgesteld om steden klimaatbestendig te maken op lange termijn. De komende drie jaar zal ze daarom werken aan het produceren van dergelijke klimaatdata met de FWO junior postdoc fellowship die ze recentelijk behaalde.
Een dikke proficiat voor Sara!