Sinds midden maart is het erg droog in ons land. Bovendien wijzen de voorspellingen voor de komende dagen erop dat deze droogte nog even zal aanhouden. De evolutie van de verschillende meteorologische parameters die de droogte van voorbije maanden kenmerken, worden hieronder toegelicht.
Weinig neerslag
In april 2020 viel er in Ukkel slechts 19 mm regen, en in de maand mei viel tot nu toe amper 5,4 mm neerslag. Om een drogere maand mei te vinden, moeten we teruggaan tot 1833, toen werd slechts 1,4 mm regen gemeten. Ook in andere streken van het land is het, vooral sinds het einde van de maand april, op enkele buien na erg droog gebleven (zie onderstaande figuur met cumulatieve neerslag).
De periode april-mei wordt heel waarschijnlijk qua neerslaghoeveelheid de droogste in Ukkel sinds het begin van de metingen. Het actuele record staat op 25,9 mm dat waargenomen werd in 1893. Indien er tot het einde van deze maand geen neerslag meer valt, dan zal er in de maand april en mei een neerslagtotaal van 24,4 mm gemeten zijn. Wat betreft de meteorologische lente (1 maart t.e.m. 31 mei), nemen we voor dit jaar 2020 momenteel niet de laagste neerslaghoeveelheden waar, en dit dankzij de natte eerste helft van de maand maart. Tot en met 25 mei 2020 is er 105,7 mm regen gevallen in Ukkel deze lente. De laagste neerslaghoeveelheden tijdens de lente werden gemeten in 1893, met een hoeveelheid van 37,6 mm. De laatste jaren was de lente van 2011 ook droger dan de huidige lente. Toen viel er in Ukkel 70,7 mm.
Veel zon en lage luchtvochtigheid
Naast de lage neerslaghoeveelheid zijn ook de hoge hoeveelheid zonneschijn en de lage relatieve luchtvochtigheid opmerkelijk. April was zeer zonnig (277 uur zon in Ukkel tegenover 159 uur normaal), en ook de eerste twee decaden van mei telden in Ukkel al 180 uren zonneschijn. Deze waarde ligt niet ver van het gemiddelde voor de hele maand mei. Een absoluut record voor de hele meimaand is echter wel onwaarschijnlijk. Op dit moment (gegevens tot en met 25/05) heeft de zon deze lente al 654 uur geschenen in Ukkel. Hierdoor staan we voorlopig op de tweede plaats van zonnigste lentes, na 2011 (707 uur).
Bovendien was de relatieve vochtigheid in april en mei vaak erg laag. Op verschillende dagen werden waarden gemeten (gemiddeld over een tijdvak van 10 minuten) van 30% of minder.
De lage relatieve luchtvochtigheid en de uitbundige zonneschijn resulteerden in relatief veel verdamping. Waar de cumulatieve neerslag van de voorbije drie maanden in vele streken nog dicht bij de normaal ligt (weergegeven met de Standardized Precipitation Index, SPI-3, onderstaande figuur links), zien we relatief veel gebieden waar de droogte nu reeds ernstig of zeer ernstig is wanneer we ook naar de verdamping kijken (de Standardized Precipitation-Evapotranspiration Index, SPEI-3, onderstaande figuur rechts).
Waarom blijft het zo droog?
Zoals uitgelegd in ons vorig nieuwsitem over de droogte, is de hoofdreden voor het uitblijven van neerslag een hardnekkig, geblokkeerd, patroon op de weerkaarten. De hogedrukgebieden komen zich vaker nestelen boven West-Europa en de Britse Eilanden, waardoor neerslagzones onze regio niet kunnen bereiken. We kregen bovendien vaak te maken met wind uit oostelijke of noordoostelijke richtingen, die meestal erg droog was, en in deze periode van het jaar soms ook vrij warm.
Wat zijn de vooruitzichten voor volgende dagen?
Ook deze laatste week van de maand mei blijft het nog overwegend droog. Een nieuw hogedrukgebied nestelt zich, wederom, in onze contreien en verplaatst zich later naar Scandinavië. Het houdt depressies met regenzones ten westen en noorden van ons, en de onstabiele lucht met buien ten zuidoosten van ons. De kans op neerslag wordt pas groter in het begin van juni.
De droogte en klimaatverandering
De klimaatopwarming vergroot de kans op het voorkomen van extreme weersomstandigheden, waaronder ook droogte. Eén van de verklarende mechanismen hiervoor is dat wanneer de temperatuur toeneemt de warmere lucht meer waterdamp kan bevatten vooraleer ze verzadigd raakt, en het langer zal duren vooraleer het regent. Eens het regent kan de intensiteit wel sterker zijn.
Onderzoekers van het KMI bestudeerden de impact van klimaatverandering op meteorologische droogte op basis van verschillende modelprojecties tot het einde van deze eeuw. Ze gebruikten hiervoor een droogte-index die uitsluitend rekening houdt met de neerslag. De resultaten voor Ukkel tonen voor het klimaatscenario RCP 8.5 dat we voor het eind van deze eeuw inderdaad meer droogteperiodes kunnen verwachten, en dat bovendien de toename in het voorkomen van droogteperiodes ook groter is naarmate de ernst van de droogte. Zo wijzen de onderzoeksresultaten tegen het einde van deze eeuw op ongeveer één derde meer periodes met abnormale droogte en ongeveer een vervijfvoudiging van het aantal uitzonderlijke droogteperiodes t.o.v. een historische referentieperiode.